Wij willen impact maken! Daarom werken we samen met zorgvuldig uitgekozen partners. Wij maken voor onze partners landsdekkende analyses, ontsluiten data via viewers en maken bijvoorbeeld infographics.
Stichting Steenbreek is in 2015 opgericht vanwege de zorg om de afname in biodiversiteit en de toenemende trend om tuinen te betegelen. Inmiddels is Steenbreek uitgegroeid tot een landelijke kennis- en netwerkorganisatie die ondersteuning biedt bij het duurzaam vergroenen van onze leefomgeving. Dit doen ze samen met aangesloten gemeenten, provincies, waterschappen, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties, kennis- en onderwijsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties.
Voor Stichting Steenbreek brengen we de mate van verstening van alle Nederlandse tuinen in beeld. Dat doen we op tuinniveau, maar ook op buurt-, wijk- en gemeenteniveau. De consulenten van Stichting Steenbreek gebruiken onze kaarten in ons online dashboard ‘de Steenbreek Atlas’. Hierin kunnen zijn probleemgebieden én voorbeeldtuinen in beeld brengen.
Om de Nationale Boomfeestdag (digitaal) te ondersteunen, analyseren we al enkele jaren de omgeving van Nederlandse scholen. We kijken bijvoorbeeld hoe groen of versteend scholen en hun omgeving zijn. Wat de ‘coolste’ en ‘hotste’ schoolpleinen zijn. Of welke school de boomrijkste omgeving heeft. Nationale Boomfeestdag gebruikt onze KaartViewer en infographics voor promotie en lesprogramma’s.
De campagne Bomen zijn belangrijk is een initiatief van het Norminstituut Bomen, een onafhankelijke stichting die zich inzet voor goede zorg rond bomen in de openbare ruimte. Dus de bomen in de straat en op het plein in jouw stad of dorp.
Wij onderstrepen het belang van bomen natuurlijk als geen ander. Als Vriend van Bomen zijn belangrijk leveren wij data en dragen hiermee bij aan kennisverspreiding over bomen. Want bomen zijn belangrijk!
Lees meer op: www.bomenzijnbelangrijk.nl
Wij werken graag samen met kennispartners. Dat is niet alleen leuk, maar samen kom je verder! Soms werken we één op één samen, soms in een samenwerkingsverband.
i-Tree 2.0 – NL
Bomen zijn de airco’s van onze steden. Maar precieze gegevens over hoeveel ze koelen ontbreken. In het driejarige Topsectoren-onderzoeksproject i-Tree 2.0-NL ontwikkelt een consortium van dertig betrokken partners nauwkeurige meetgegevens voor Nederlandse stadsbomen. Het consortium bestaat uit kennisinstituten, gemeenten, boomadviesbureaus, boomkwekerijen, ontwerpbureaus en maatschappelijke partners.
Projectleider is dr. René van der Velde, Associate Professor Urban Forestry Department of Urbanism, Faculty of Architecture and the Built Environment, TU Delft
Klimaatverandering
Steden moeten zich aanpassen om het hoofd te bieden aan gevolgen van klimaatverandering zoals temperatuurstijging en hittestress. Bomen zijn een van de meest effectieve middelen om daaraan bij te dragen. Zij kunnen namelijk extremen in de stedelijke hittecycli verminderen.
Daarnaast biedt het zogeheten ‘urban forest’ baten voor uitdagingen als wateroverlast, luchtkwaliteit, biodiversiteit en het welzijn van bewoners.
Onze bijdrage
In dit project verzamelen we nauwkeurige gegevens en ontwikkelen we instrumenten die de voordelen van stadsbomen in relatie tot warmtecycli en stedelijke microklimaten monitoren en modelleren. Cobra Groeninzicht levert boominformatie uit de BomenMonitor om groeimodellen te ontwikkelen.
Deze groeimodellen worden aangevuld met fysieke kenmerken van een boom. Denk aan kroonmorfologie, houtanatomie en bladkenmerken. Zo wordt in dit onderzoek bepaald hoe en in welke mate een boom zijn omgeving afkoelt. En hoe dit het thermisch comfort bevordert.
Al deze prestaties worden vervolgens berekend over de groeifasen van de boom. Zo krijgen we voor het eerst een volledig beeld van de thermische voordelen van het ‘urban forest’.
Ons uiteindelijke doel?
De verzamelende gegevens worden geïntegreerd in het softwareprogramma i-Tree. Zo kunnen we uitspraken doen over de bijdrage van stadsbomen aan het verminderen van hitte in Nederlandse steden.
Uiteindelijk is het doel om klimaatadaptief en duurzaam stadsgroen voor toekomst- en klimaatbestendige stedelijke gemeenschappen te ontwikkelen.
Meer weten over dit project?
Neem dan contact op met Maarten Loeffen, directeur van Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland. Of met Fons van Kuik, adviseur ecosysteemdiensten en projectleider voor dit project bij Cobra Groeninzicht.
Stage onderzoek biodiversiteit
Samen met Naturalis Biodiversity Center doen wij onderzoek naar de bijdrage van verschillende boomsoorten aan de biodiversiteit in de stedelijke omgeving. Kamiel Volders, student Evolutionary Biology en Timo Ouwerkerk student Biologie, voeren dit onderzoek uit. Kamiel en Timo zijn verbonden aan de Universiteit Leiden. Fons van Kuik (adviseur ecosysteemdiensten bij Cobra Groeninzicht) zorgt voor de stage-begeleiding en vanuit Naturalis verzorgt Marco Roos (onderzoeker stedelijke biodiversiteit) de academische begeleiding en brengt hij zijn expertise in over stedelijke biodiversiteit.
Bijdrage van bomen
Samen gaan deze experts op zoek naar de bijdrage die bomen leveren aan de biodiversiteit, nu en in de toekomst. Waarom? Omdat er tot dusver simpelweg erg weinig over bekend is. We willen actiever kunnen sturen op het verhogen van de biodiversiteit in de stedelijke omgeving. Want als we weten welke boomsoorten de biodiversiteit verhogen, kunnen we gerichter specifieke boomsoorten aanplanten. En zo het lokale ecosysteem versterken.
De focus van het onderzoek ligt op het aantal insectensoorten dat op en rondom de boom leeft. In twee herhalingen verzamelen we insecten via gele strips die we op bomen hebben aangebracht. Dat doen we in augustus en september, op verschillende locaties, twee dagen en nachten lang. We identificeren en tellen de verzamelde insecten per boomsoort.
Meer weten of participeren in dit onderzoek? Neem dan contact op met Fons van Kuik.
Vochtleverende vermogen van de bodem
Bomen hebben water nodig om te groeien en te overleven en dat water halen ze uit de bodem. Maar de ene bodem is de andere niet. Zo levert de ene bodem makkelijker en meer water aan de boom dan de andere. Dit vochtleverende vermogen heeft invloed op de groei van bomen en de ontwikkeling van gebieden waar bomen klimaatstress ervaren.
Toekomstverwachting
Kennis van het vochtleverende vermogen van een bodem geeft inzicht in de toekomstverwachting van bestaande bomen. Maar het helpt ook bij het maken van de juiste soortkeuzes bij nieuwe aanplant. Voor de groenprofessional is het dus erg belangrijk om te weten wat het vochtleverende vermogen van de bodem is voor het maken van de juiste keuzes.
Samen met Wageningen Environmental Research ontwikkelen we een model om het vochtleverende vermogen van iedere groeiplaats te bepalen. Medio 2023 verwerken we het ontwikkelde model in ons programma Future Trees. Het vochtleverende vermogen van een bodem is daarmee dan een van de indicatoren waarmee we de kans op klimaatstress van bomen in een bepaald gebied voorspellen.
Meer weten over dit project? Neem dan contact op met Tim Jak.
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) is bekend van de weersvoorspellingen en de waarschuwingen bij extreem weer. Maar het KNMI is veel meer dan dat. Steeds belangrijker wordt het hoe we ons voorbereiden op klimaatverandering op korte en lange termijn. Het KNMI ontwikkelt daarom een Early Warning Centre (EWC) om de samenleving eerder en met meer detail voor locatie en tijdstip te waarschuwen voor gevaarlijk weer.
Impact van het weer
Door klimaatverandering krijgen we steeds vaker te maken met heftige stormen. Bomen zijn gevoelig voor harde wind en een omvallende boom is een mogelijk gevaar voor de omgeving. Het eerste aspect dat het KNMI dan ook gaat onderzoeken, is de impact van een storm op bomen. Nieuw is dat het KNMI dat zeer lokaal in beeld wil brengen. Stel je voor dat je precies kunt zien welk gevolg een aankomende storm heeft op jouw dorp of stadsdeel. Zo kan iedereen passende maatregelen nemen.
Bomenmonitor
Het KNMI heeft een veiligheidsregio in Noord-Brabant aangewezen als pilotgebied. Voor ruim 1.700 km2 leveren wij data uit onze BomenMonitor. We delen informatie van elke boom, zoals stamdiameter, kroonoppervlak en hoogte. We bundelen onze kennis en data over bomen met die van het KNMI, om zo zeer lokaal de impact van een storm te voorspellen.
Meer weten over deze samenwerking? Neem dan contact op met Jarren Verbeek.
Hittestress verminderen
Samen naar een gezondere leefomgeving in tijden van klimaatverandering met steeds groter en ernstiger wordende hitte-eilanden. Het consortium ‘BluE and greeN Infrastructure desiGned to beat the urbaN heat’, afgekort BENIGN, onderzoekt manieren om steden zo in te richten dat hittestress wordt verminderd.
Effect op de leefomgeving
‘Blauwe’ infrastructuur (meren, kanalen, vijvers) en ‘groene’ (bomen, planten, kruiden) dragen bij aan het verminderen van hittestress en opwarming van de stedelijke omgeving. In BENIGN gaan we onderzoeken wat het effect is van deze stedelijke blauwe en groene verbindingen op de leefkwaliteit en de menselijke gezondheid.
Om deze vraag te beantwoorden, werkt de Radboud Universiteit samen met de Vrije Universiteit, Wageningen University & Research en Hogeschool Leiden. Samen met andere adviesbureaus én de gemeenten Hilversum, Dordrecht en Leiden nemen we deel aan dit onderzoek.
Onze bijdrage
Naast onze groene kennis is voor dit onderzoek ‘groene’ data van hoge kwaliteit nodig. Die data halen we uit ons datamagazijn waar bijvoorbeeld onze BomenMonitor te vinden is. We vertalen de praktijk naar de wetenschap en andersom.
Doel van dit grootschalige onderzoek? Het creëren van een gezondere leefomgeving door gemeenten te ondersteunen in het nemen van beslissingen bij het inrichten van hun stedelijk gebied.
Meer weten? Neem dan contact op met Fons van Kuik.
Project Verborgen stadsnatuur
We staan voor de enorme opgave om steden klimaatbestendiger te maken door deze te vergroenen. Kennis over de natuur in de stad kan hierbij helpen. Want je verwacht het misschien niet, maar in de stad vind je heel veel natuur. Veel meer natuur dan je op het eerste oog ziet.
Onmisbaar leven
Naast bomen en struiken zie je in de stad bijvoorbeeld ook vogels en soms kleine zoogdieren zoals muizen en egels. Maar er is ook veel verborgen natuur, zoals mossen, schimmels en microscopisch kleine bodemdieren. Dit leven is onmisbaar voor de gezondheid van dieren, planten en bomen.
Zo leeft onder de grond, tussen de wortels van bomen een heel netwerk van schimmels en bacteriën. Bomen die op het oog op afstand van elkaar staan, zijn ondergronds via schimmeldraden met elkaar verbonden. Zo staan ze in contact met elkaar én halen ze op een geraffineerde manier vocht en voeding uit de bodem.
Onze bijdrage
Welk onzichtbaar leven vind je in de stad? Hoe werkt dat leven samen? En maakt het onze leefomgeving écht beter bestand tegen hitte, wateroverlast of droogte? Daar hopen we samen achter te komen.
De komende drie jaar gaan we onder leiding van het Naturalis Biodiversity Center de verborgen natuur in de stad onderzoeken. Onze inbreng is naast onze kennis van bomen en ecologie ook big-green-data. Daarmee dragen we bij om meer inzicht te krijgen in de waarde van bomen voor de stadsnatuur.
Meer weten over dit onderzoek? Neem dan contact op met Fons van Kuik.
Vergroening van de leefomgeving
Klimaatverandering verstoort nu al de kwetsbare natuur en het leven van mensen. Er zijn gelukkig voldoende mogelijkheden om in actie te komen. Denk aan vergroening van steden, aan duurzame energie en aan duurzame vormen van transport. Bij Cobra Groeninzicht richten we ons op de vergroening van onze leefomgeving. Bomen zijn onderdeel van de oplossing, maar ook vaak het eerste slachtoffer.
Bomen en klimaatverandering
Met ondersteuning van het Netherlands Space Office (NSO) ontwikkelden we een dashboard. Daarin is tot op straatniveau te zien hoeveel kans een boom heeft om de klimaatverandering te overleven. We voorspellen de toekomst van een boom door het combineren van beelden uit de ruimte en de KNMI-klimaatscenario’s. Op basis van dit inzicht maken gebiedsbeheerders nieuw beleid en kiezen ze voor klimaatbestendige bomen. Ze krijgen zo de kans om bomen die nu leven, ook de toekomst te laten overleven.
Meer weten? Neem dan contact op met Dirk Voets.
Het is klip en klaar: bomen zijn onmisbaar voor mens en milieu. Bomen geven waarde aan onze omgeving. Maar hoe bereken je de waarde van bomen? Door het Amerikaanse softwareprogramma i-Tree in te zetten! Met de resultaten uit i-Tree is het mogelijk gericht te sturen met ontwerp, beleid, beheer. Dit kan op boomniveau, maar ook op park- of wijkniveau.
Krachten bundelen
In het Platform i-Tree Nederland bundelen vier toonaangevende adviesbureaus hun kennis en kunde om het softwareprogramma ook in Nederland in te zetten. We delen deze kennis met elkaar én met de markt. Zo weten we zeker dat i-Tree ook in Nederland op de juiste manier wordt gebruikt. Onze zakenpartners hierin zijn: idverde Bomendienst, Pius Floris en Terra Nostra.
Meer weten over i-Tree Nederland? Neem contact op met Evelien Droge.
NL Greenlabel wil een duurzame leefomgeving meetbaar maken. NL Greenlabel deelt gebieden in en kent ze een label toe. Dat geeft inzicht in de toegevoegde waarde van een gebied voor terreineigenaren of investeerders.
Duurzame leefomgeving meten
Maar wat is een duurzame leefomgeving nu concreet? Om dat inzichtelijk te maken, leveren wij onze groene data. Deze data gebruikt NL Greenlabel in zijn labels. Gebieden, terreinen en tuinen worden op onafhankelijke wijze beoordeeld op basis van hun waarde voor mens en natuur.
Register Duurzame Leefomgeving
Zo heeft NL Greenlabel onlangs het Register Duurzame Leefomgeving gelanceerd. Op basis van geodata en indicatoren is geanalyseerd hoe duurzaam een gebied is. Door onze data wordt bijvoorbeeld duidelijk wat de baten van het groen in dat gebied zijn. De data vertalen we naar indicatoren zoals gezondheid, biodiversiteit en klimaat. Terreineigenaren krijgen met één druk op de knop inzicht in de duurzaamheid van hun gebied. Ook is het mogelijk om die duurzaamheid te blijven monitoren. En doordat duurzaamheid nu continu meetbaar is, stuur je gemakkelijk bij. Ambities op het gebied van duurzaamheid zijn binnen handbereik!
Gemeenten worden geconfronteerd met grootschalige opgaven. Van het gas af, woningen bouwen en anticiperen op een veranderend klimaat. Om te weten wat er moet gebeuren om wijken toekomstbestendig te maken, moeten gemeenten eerst weten wat de huidige staat van een wijk is.
In het programma Wijken van de toekomst wordt een totaalbeeld van een wijk gemaakt. Hiervoor zijn objectieve indicatoren ontwikkeld, die samen met de beleving van de wijkbewoners een beeld vormen van de actuele staat van de wijk.
Eén van de indicatoren is de aanwezigheid van groen in de wijk. Wij leveren onze groene data en kennis van het groen aan het programma ‘Wijken van de toekomst’. Zo geven we bestuurders van gemeenten inzicht in de aandachtspunten in hun wijk.
Wat is de boomkroonbedekking in mijn gebied (gemeente, wijk, buurt, grid)
Hoe was de boomkroonbedekking in het verleden?
Welk reëel ambitieniveau is voor de toekomst haalbaar?
Hoe ver zit ik van mijn doelstelling af?