De 3+30+300-regel is ontwikkeld door prof. dr. Cecil Konijnendijk. De regel is een perfecte maatstaf om te sturen op vergroening. Want als je weet hoe buurten en panden in jouw gemeente scoren op deze regel, kun je de juiste prioritering aanbrengen in het vergroenen. De scores op de regel openen het gesprek met politiek, inwoners en ondernemers over waar te vergroenen.
Onze aanpak
Door onze BomenMonitor slim te combineren met andere databronnen weten we precies wáár alle bomen staan en hoe groot ze zijn. Of ze nu in bossen of parken, langs de straat of in een achtertuin staan. Zo kunnen we bepalen of een pand aan de 3+30+300-regel voldoet.
Het resultaat
Je ontvangt een pdf-kaart voor elk onderdeel van de regel én voor de totaalscore. Zo zie je globaal hoe je gemeente ervoor staat. Ook ontvang je een GIS-dataset waarmee je als gemeente zelf de scores per buurt, straat en zelfs per pand kunt bekijken. Je ziet precies waar bomen hard nodig zijn.
Optioneel: tijdreizen naar de toekomst
Nieuwe bomen worden gepland, bomen groeien of worden gekapt. Optioneel bieden wij de mogelijkheid om te ‘tijdreizen’. Hiermee krijg je inzicht in de toekomstige score op de 3+30+300-regel. Dit doen wij door de groei van de bomen te modelleren van het heden naar het jaar 2025 in stapjes van vijf jaar.
De eerste regel is dat iedereen vanuit huis minstens drie bomen van behoorlijke omvang moet kunnen zien. Recent onderzoek toont aan hoe belangrijk groen is voor menselijk welzijn en mentale gezondheid.
Er is aantoonbaar verband tussen de boomkroonbedekkingsgraad en bijvoorbeeld verkoeling van de omgeving, een beter luchtmilieu en mentale en fysieke gezondheid. Meer vergroening moedigt mensen aan meer buiten te zijn, wat ook de sociale cohesie bevordert.
Veel ambitieuze wereldsteden hebben 30% boomkroonpercentage rondom elk gebouw als doel gesteld. Op gebouwniveau zou 30% een minimum moeten zijn; waar mogelijk liefst hoger!
Niemand mag verder dan 300 meter van een park of groene ruimte wonen waar je kunt recreëren. Veel studies onderstrepen het belang van zo’n nabije, gemakkelijke toegankelijke, hoogwaardige groene ruimte, geschikt voor recreatie. Als afstand geldt vaak een wandeling van vijf tot tien minuten. Dit bevordert het recreatief gebruik van groen en dat heeft positieve invloed op de lichamelijke en geestelijke gezondheid.
Natuurlijk zijn er lokale verschillen. Zo zijn de behoeften in voorsteden met minder bebouwing bijvoorbeeld vaak anders dan in dichtbebouwde stad.
Beluister de podcast-aflevering van De Boominee met Cecil Konijnendijk. Het gesprek gaat over hoe gemeenten radicaal vergroenen om hun stedelijk gebied gezond en leefbaar te houden. Ook bespreken ze de wetenschappelijke achtergronden van de 3+30+300-regel. En wat als er echt geen ruimte is om bomen te planten?
Bekijk in de viewer hoe jouw gemeente scoort op de 3+30+300-regel. Je ziet hier de totaalscore per gemeente of wijk.
Kan jouw gemeente wel voldoen aan de 3+30+300-regel?
De Bomenkansenkaart laat zien waar kansen voor bomen liggen. Door de data te combineren, laten we de haalbaarheid van de 3+30+300-regel zien in jouw wijk, buurt of gemeente. Lees meer.
Cobra is een adviesbureau van aanpakkers en doorzetters. Wij werken door heel Nederland voor gemeenten, provincies, waterschappen, bedrijven, ontwikkelaars en non-profit organisaties.
Onze visie is om wereldleider te zijn in het in kaart brengen van stedelijke natuur en het geven van inzicht in de toekomstige leefomgeving.
Wij bieden gemeenten die de regel bestellen een exclusieve masterclass aan van prof. dr. Cecil Konijnendijk. In deze masterclass gaan we aan de slag met de inzet van de regel in de dagelijkse praktijk. Naast praktijkvoorbeelden zoomen we in op de situatie in jouw gemeente. Maximaal twee deelnemers per organisatie.
Eerstvolgende datum: donderdag 13 november 2025.
Optioneel bieden we toegang tot onze online ESRI-kaartviewer met de scores op buurt- en pandniveau. Vraag naar de mogelijkheden!
We verfijnen en actualiseren de berekeningen wanneer de opdrachtgever het gemeentelijk bomenbestand met ons deelt en de door ons geïdentificeerde groene verblijfsruimten valideert en aanvult. Wij herberekenen vervolgens de 3+30+300-regel en leveren een nieuwe dataset aan.
Op basis van de omvang van de stad of gemeente maken wij hiervoor een maatwerk offerte. Om het proces soepel te laten verlopen, is het essentieel dat de gemeentelijke bomendatabase zo snel mogelijk wordt aangeleverd.
Getoonde prijzen gelden uitsluitend voor Nederlandse gemeenten.
Ja, binnen de 3+30+300-regel van prof. Konijnendijk tellen alleen bomen mee. In de Vlaamse variant worden struiken vanaf 0,5 meter hoogte ook meegenomen, maar voor slechts 50%.
Het pandniveau is het meest gedetailleerde niveau. Daarmee kan lokaal worden ingezoomd, maar ook opgeschaald naar buurten of gemeenten. Zo ondersteunt de analyse zowel tactische als strategische keuzes.
Bomen kunnen niet op water groeien. Als we water zouden meetellen, zouden de resultaten onrealistisch worden. Daarom nemen we in de analyse uitsluitend landoppervlak mee.
De buffer van 25 meter is gebaseerd op onderzoek van prof. Cecil Konijnendijk naar de zichtbaarheid van bomen vanuit woningen en kantoren. Op die afstand zijn bladeren en twijgjes nog goed zichtbaar. Juist deze fractale structuren brengen rust in ons brein en versterken de gezondheidseffecten. Belangrijk: de 25 meter wordt gemeten tot de rand van de kroon, niet tot de stam.
Voor de berekening van de 3-regel gebruiken we ‘significante’ bomen. Dat zijn bomen met een kroonoppervlak van meer dan 28 m². Deze grens is gebaseerd op onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam naar stadsklimaat (Kluck, 2020). Een boom met een kroonoppervlak van 28 m² heeft een kroondiameter van circa 6 meter.
Werken met zichtlijnen in plaats van buffers kan mogelijk een betrouwbaarder beeld geven. Alleen is er geen standaard vanuit welke ruimte in een gebouw je naar buiten moet kijken. Buffers van 25 meter leveren daardoor een realistisch en betrouwbaar beeld op.
De regel vormt een minimumvoorwaarde voor een gezonde leefomgeving:
Elk pand vormt het middelpunt van een synthetische buurt met een diameter van 1 km. Zo voorkomen we vertekeningen door administratieve buurt- of wijkgrenzen. Een pand aan de rand van een buurt is namelijk niet afhankelijk van de administratieve grens, maar van de reële omgeving binnen 500 meter rond de gevel. De resultaten kunnen daarna alsnog worden samengevat naar buurten, wijken of gemeenten.
Een hemelsbrede afstand geeft een vertekend beeld bij obstakels zoals snelwegen, spoorlijnen of watergangen. Een park kan dichtbij lijken, maar toch onbereikbaar zijn. Daarom berekenen we de loopafstand via beloopbare wegen.
Het BBG is een van de weinige landsdekkende datasets waarin parken en andere groene gebruiksfuncties zijn opgenomen. Andere datasets, zoals de BGT, beschrijven alleen de materialisering. Met het BBG berekenen we de bruto score op de 300-regel. Na validatie van de parken bepalen we de netto score.
De volgende BBG-klassen tellen mee als ‘urban green space’:
Volgens de WHO geldt een minimum van 1 hectare. In hoogstedelijke gebieden tellen echter ook groengebieden vanaf 0,5 hectare mee.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Wat is de boomkroonbedekking in mijn gebied (gemeente, wijk, buurt, grid)
Hoe was de boomkroonbedekking in het verleden?
Welk reëel ambitieniveau is voor de toekomst haalbaar?
Hoe ver zit ik van mijn doelstelling af?